De inflatie in Nederland is in september gestegen naar 17,1 procent. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP). Volgens het CBS is dit in ieder geval de hoogste inflatie sinds de Tweede Wereldoorlog. In augustus was het nog 13,7 procent en dat was ook al een record.
De gestegen energieprijzen zijn een belangrijke oorzaak: ten opzichte van september vorig jaar zijn energieprijzen inclusief brandstof deze maand met 114 procent gestegen.
Het CBS neemt voor de berekening van de inflatie de prijzen van nieuwe energiecontracten mee. Voor veel mensen zal de energie-inflatie lager uit zijn gekomen, omdat ze bijvoorbeeld nog een vast contract hebben. En ook veel mensen met een variabel contract hebben in september niet zo'n grote prijsstijging gehad.
Het CBS werkt aan een meetmethode waarbij de ontwikkelingen van energieprijzen verfijnder in kaart worden gebracht. Het CBS wil de prijzen gaan meten die mensen daadwerkelijk betalen aan hun energiebedrijf. Daarvoor gebruikt het data van energiemaatschappijen. Uit eerste voorlopige berekeningen blijkt dat het inflatiecijfer met de nieuwe methode significant lager uitvalt dan wat het CBS nu publiceert. Maar het exacte verschil kan volgens het CBS nog niet worden vastgesteld.
Een inflatie van 17,1 procent betekent dat de gemiddelde prijzen in september 17,1 procent hoger waren dan in september 2021. De inflatie in september komt dus niet boven op de inflatie van 13,7 procent in augustus.
Het CBS zegt dat dit een eerste raming is op basis van nog onvolledige brongegevens. De reguliere cijfers, inclusief de inflatie volgens de Nederlandse consumentenprijsindex (CPI), worden over een week bekendgemaakt.